Gisteravond was het er ineens.
Het einde.
Het absolute einde van m’n energie.
Voor die dag dan. Want inmiddels weet ik dat ik weer herstel. En dat die ‘sudden death’ steeds minder vaak voor komt.
Ik had het al een tijdje niet meer ervaren. Dacht dus dat het tot het verleden behoorde. Als iets van de burn-out. Maar blijkbaar ben ik er nog niet van af. Of misschien is het iets dat bij me blijft.
Op zich vind ik dat niet erg, zelfs niet als het voor altijd is. Want het is een goede herinnering voor het bewaken van m’n grenzen.
Wat er ongemakkelijk aan is, is dat mensen zonder ervaring met burn-out (van zichzelf of van een naaste) het niet snappen. En het maar een beetje flauw vinden als ik een afspraak afzeg.
Toevallig of niet, gistermiddag sprak ik een collega wiens dochter een burn-out heeft. Hij vertelde een verhaal over een wandeling met z’n dochter. Dat ze ineens, midden in de wandeling niet verder kon. En dat hij het niet begreep. Hij had altijd energie. Dus het concept dat je geen stap meer kunt verzetten, was hem vreemd.
Hij sprak met liefde over zijn dochter, oordeelde ook niet. Wilde van mij weten hoe het zit.
Dat heb ik regelmatig anders meegemaakt. Vaak hebben mensen wel een oordeel. En ik kan het ze niet eens kwalijk nemen. Het is lastig voor te stellen. Vóór m’n burn-out had ik zoiets ook maar aanstellerij gevonden. Had ik gedacht: “kom op zeg”.
Maar even doorzetten, even iets afmaken, net nog even dat, werkt alleen als je reserves hebt. En bij een burn-out heb je geen reserves. Je hebt maanden of jaren roofbouw gepleegd. Je staat dus in de min. En je hebt geen idee wat de status van je energie-saldo is.
Als iemand je vraagt om mee te gaan wandelen, dan zeg je ja. Je voelt je namelijk best goed en een wandeling is altijd goed. Maar dan, opeens, uit het niets, is het op. Kun je letterlijk geen stap meer verzetten.
En dan rest niets anders dan overgave.
Meer weten? De feiten vind je hier. Liever iets persoonlijker? Bel of mail me voor een afspraak.